Voer wijzer

...om te weten over eten

Surf door naar de voerlinks
Over voeren
- food for thought -

"Wat is het geheim van een afslankvoeder? Ik heb het zo'n fabrikant eens gevraagd. 'Meer vezels', was het antwoord. 'Gemalen pindadoppen door het voer.' Pindadoppen dus, een afvalproduct waar de pindakaas-industrie geen raad mee weet. 't Enige wat daar dik van wordt, is de portefeuille van de voederfabrikant."

(Henk Huigen in zijn column 'Huisdier' in De Telegraaf, 12 januari 1997)


"Ik ben een rommelaar met voeren, de honden krijgen iedere dag wat anders en ik sta iedere dag voor mijn honden te koken. Als ik bij de fokkers in Engeland kom staan ze allemaal een potje te koken. Jack (Clark, fokker Jason) is 76 jaar, maar staat nog elke dag in de keuken voor zijn honden. Het voeren is voor mij het leukste deel van de dag, ik vind dat heerlijk. Ik weet precies wat elk van mijn honden eet. Ik neem er uitvoerig de tijd voor en bekijk iedere hond per dag, wat en hoeveel hij moet hebben. Temperatuur, beweging, alles heeft invloed."

(Chris Pieterse, mede-eigenaar van de Engelse Cocker Spaniel Cornbow Ensign alias Jason, tophod van het jaar 1998 en best in show op de Winner Amsterdam 1998, in een interview in De Hondenwereld van januari 1999)


"Een hoofdstuk over 'voeding van den hond' door een dierenarts geschreven! Wie iets zeer gecompliceerds of geleerds verwacht, vergist zich deerlijk. Ik zou korter dan kort kunnen zijn en zeggen: Kijk om u heen, keer terug tot de natuur, en gebruik uw verstand. En wie dat met mij doet, zal dan onmiddellijk tot de conclusie komen: Het voedsel van den hond is vleesch."

(G. van Herwaarden in 'Hoe verzorgen wij onze hond?' © 1934)


"Stel, ik wil een hondenvoer maken. Ik noem het Cramer Super. Ik neem 10 gram water. Voor de benodigde 23 gram eiwit neem ik hoeven van mijn paarden, de stukjes als de hoefsmid is geweest. Vet? Afgewerkte olie uit mijn Volvo. Ruwe celstof? Houtsnippers uit de tuin. Wat kiezelstenen van het grindpad voor calcium en fosfor. Om aan koolhydraten te komen kies ik de allergoedkoopste grondstof die ik kan vinden. Een hond doet het niet goed op Cramer Super hoor, maar ik voldoen wél aan de verplichtingen die voor de verpakking van hondenvoer gelden. Je kunt kortom de kwaliteit van een voer niet beoordelen aan de analyse op de verpakking."

(Docent Frans Cramer tijdens de basiscursus honden- en kattenvoeding van het Cursuscentrum Dierverzorging Barneveld, 1999)


"Al mijn honden - Eskimohonden, Duitse Herders en ook de Teckels - worden op dezelfde wijze gevoerd. Alleen is het formaat van de stukken vlees en botten wat aangepast aan het formaat van de Teckels. Het voedsel bestaat uit allerlei soorten vlees, zoals vuile pens, spiervlees, organen en botten. Als het mogelijk is voer ik hele dieren (...) Ook onze huishonden, van welk formaat en van welk ras ook, zijn in de eerste plaats vleeseters, wat inhoudt dat hun gebit, hun maag en darmen bedoeld zijn om vlees, botten, huid en dergelijke te verwerken. Maar waar wordt de huishond nog gevoerd op een wijze die past bij zijn wezen?"

(Evert Jan ter Burg in 'Honden Natuurlijk. Begrijp de ware honde-aard en werk ermee' © 1982)


"While researching this book, I called several major dog food manufacturers, including the makers of most of the top-sellers, to ask them some questions. In each instance I was not able to immediately speak to someone other than a receptionist so I left a message (...) There was absolutely no response. Not one of the companies that I contacted returned my calls. (...) Unfortunately, the total lack of response said to me that the dog food companies I contacted didn't want to answer these questions at all."

(Liz Palika in 'The Consumer's Guide to Dog Food' © 1996)
Food Pets Die For
Shocking Facts about Pet Food



Door Judith Lissenberg



Met 'Food Pets Die For, Shocking Facts about Pet Food' schreef de Canadese Ann Martin een controversieel boek over hondenvoer. Ze vertelt de lezer wat er zoal in hondenvoer wordt gestopt: doodgereden dieren, zieke dieren en zelfs dode honden, soms met vlooienband en al.

Martin heeft zeven jaar onderzoek gedaan naar hondenvoer. Ze zegt geen dierenarts te zijn en geen expert, maar een bezorgde consument die graag een antwoord op haar vragen wil. Haar boek is een aanklacht geworden tegen de commerciële diervoederindustrie. Volgens Martin ontbreken alle regels voor deze industrie en is er geen enkele controle op wat er allemaal in hondenvoer verdwijnt.

De Canadese pleit voor een zelfgemaakt 'homemade' menu voor honden. Ze hoopt dat meer eigenaren door haar boek de tijd gaan nemen om zelf voor hun hond te gaan koken, of in ieder geval beter op de informatie op de verpakkingen van het commerciële voer zullen gaan letten.

Er zijn voor- en tegenstanders van dit boek. De fans van Martin vinden het heel moedig dat ze de hondenvoerfabrikanten op de korrel heeft durven nemen. Anderen vinden dat de auteur onvoldoende onderzoek heeft gedaan en te veel uitgaat van emoties en te weinig van feiten.

Ziek

Ann Martin voerde 'gewone' brokken aan haar honden totdat deze naar haar zeggen op een dag goed ziek werden van het voer. Ze spande een rechtszaak aan tegen de fabrikant maar stond niet erg sterk, en verloor deze zaak dan ook. Martin kreeg echter honderden brieven van eigenaren die er van overtuigd waren dat hun dier door iets in het voer aandoeningen als allergieën, huidproblemen, kanker, gedragsproblemen en lever- en nierziekten hadden gekregen.

Tijdens haar onderzoek kwam Martin tot de schokkende conclusie dat er werkelijk van alles in hondenvoer wordt verwerkt: zieke en afgemaakte diern, bedorven vlees uit de schappen van de supermarkt, afval van restaurants, doodgereden dieren en zelfs dierentuindieren. Ze ontdekte dat dode dieren compleet met vacht, halsbanden, vlooienbanden en zelfs de plastic zakken waarin ze verapkt zaten in de kookketels en vervolgens in het voer verdwenen.

Een gevaar dat schuilt in het afgemaakte dieren aan je hond voeren is volgens Martin dat voor het afspuiten van huisdieren vaak 'sodium pentobarbital' wordt gebruikt, een stof die niet afbreekt. Er is volgens haar nooit onderzocht of deze stof in het hondenvoer is terug te vinden. Ze waarschuwt er daarnaast voor dat vlees in hondenvoer mogelijk besmet kan zijn met BSE, de gekkekoeienziekte. Er zijn echter nog geen gevallen van honden met een hondse vorm van BSE gedocumenteerd.

Rotzooi

Door middel van reclame willen fabrikanten de hondeneigenaar volgens Martin doen geloven dat hun voer je van het is. "Maar naar mijn mening kopen we met deze zakken en blikken commercieel voer gewoon rotzooi", schrijft ze. Achter mooie woorden als 'echt vlees' en 'met kip' kunnen producten als koppen, poten, hoeven, horens, magen en zelfs gezwellen of met wormen geïnfecteerde organen schuilgaan.

Op de verpakking noemt de fabrikant mineralen als zink, koper en ijzer, maar (zware) metalen als cadmium of lood hoeft hij volgens Martin niet te vermelden. En dan zijn er volgens de schrijfster nog zaken als antibiotica, (groei)hormonen en pesticiden die via het vlees en de granen in het hondenvoer terecht kunnen komen. Veel vertrouwen in de testen die de fabrikanten uitvoeren heeft Martin niet. De fabrikant werkt vaan met honden van hetzelfde ras (Beagles), die in kennels verblijven en het voer slechts voor een korte periode op proef te eten krijgen.

Een fabrikant kan aan een hondeneigenaar die trouw zijn merk koopt vele duizenden guldens verdienen. Die trouw mag volgens Martin wel eens beloond worden met openheid over wat er nu precies in het voer zit dat we onze beesten voorzetten. Ze roept eigenaren daarom op om druk uit te oefenen op de instanties die weten wat er in het voer gaat.

Recepten

Maar is er nu een fabrieksvoer dat wél door de beugel kan? Daarover wordt de lezer in onzekerheid gelaten. Wel geeft Martin een aantal recepten om zelf hondenvoer te maken, zoals een 'Chinese Style Dinner', 'Something Fishy', kipsalade en spaghetti met vleessaus. Honden hebben het tot de jaren vijftig volgens haar prima op dit soort kliekjes gedaan.

'Food Pets Die For' is een heel interessant boek. Maar ondanks dat de schrijfster heel veel moeite heeft gedaan om informatie te verzamelen (ze zegt doorgaans geen antwoord op haar vele brieven, faxen en telefoontjes te hebben gekregen) is ze er niet in geslaagd om met hard bewijs te komen dat hondenvoer levensgevaarlijk is. De verdienste van haar boek is echter dat ze goed duidelijk maakt dat je kritisch moet zijn als consument en niet alles - letterlijk en figuurlijk - moet slikken.

'Food Pets Die For, Shocking Facts about Pet Food'door Ann N. Martin. Uitgever: NewSage Press © 1997, ISBN: 0-939165-31-7, prijs $ 12,95.


© Dit artikel is gepubliceerd in het themanummer over voer (juni 1999) van LosVast, het contactblad van de Nederlandse Vereniging van Instructeurs in Hondenopvoeding en -opleiding (O&O)
Het BARF-dieet

De Australische dierenarts Ian Billinghurst heeft twee sober uitgevoerde doch uiterst interessante boeken uitgegeven, waarin hij het BARF-dieet uitlegt. BARF staat voor Bones And Raw Food, ofwel botten en rauw (vers) voedsel. Een hond is van nature een omnivoor, een jager en aaseter en zijn dieet kan volgens Billinghurst daarom het beste worden gebaseerd op een reeks van rauwe producten van zowel dierlijke als plantaardige herkomst.
'Give Your Dog a Bone', verschenen in 1993, is het eerste, heel helder geschreven en zeer informatieve boek van Billinghurst. De titel mag letterlijk worden opgevat: geef uw hond een bot, het liefst elke dag. Rauwe botten met wat vlees eraan, zoals stukken kip, vormen de basis van het BARF-dieet. Ho! Zijn botten niet levensgevaarlijk? Jawel, zegt Billinghurst, maar alleen als ze gekookt worden. Honden zijn niet ontworpen om met gekookte botten om te gaan. Billinghurst kent duizenden honden die zonder problemen rauwe botten eten.

Verder bestaat het BARF-dieet uit rauw (orgaan)vlees, allerlei soorten verse (groene blad)groenten, (over)rijp fruit, honing, melkproducten (rauwe melk, kaas, kwark, yoghurt), rauwe (!) eieren, sommige tafelrestjes en toevoegingen als olie, biergist, zeewier, knoflook en kruiden. Om de plantaardige producten verteerbaar te maken (de celwanden te breken) raadt Billinghurst aan groenten en fruit te 'crushen' in een keuken of sapmachine.

In 1998 publiceerde Billinghurst 'Grow Your Pups with Bones', het vervolg op zijn eerste boek. Billinghurst gaat in deze uitgave verder in op het opfokken van gezonde honden (het voeren van moeder en pups) en, onder het motto 'Bones Build Bones' (met botten bouw je botten), het voorkomen van skeletafwijkingen als heup- en elleboogdysplasie, arthrose en patella-luxatie.
Om te weten over eten


© Judith Lissenberg


Wat is een goed hondenvoer?
Goed hondenvoer moet aan een aantal eisen voldoen. Het moet compleet zijn en alle voedingsstoffen bevatten die een hond nodig heeft. De hond moet het voer lekker vinden en het goed accepteren, dat betekent dat het voer goed moet aanvoelen in de bek van de hond. Sommige honden vinden knapperig lekker, anderen zacht. Het voer moet goed verteerbaar zijn. En: de hond 'moet het er goed op doen'.

Hoe zie je of de hond 'het goed doet' op een voer?
Kijk naar de hond. Let op zijn vacht (glanzend en vol), huid (niet droog, geïrriteerd of schilferig), gewicht (niet te dik en niet te dun, ribben wel kunnen voelen maar niet kunnen zien), eetlust (goed), activiteit (alert en actief, niet sloom of hyperactief) en ontlasting (compact, stevig, mag wel iets ruiken maar niet vreselijk stinken, dat betekent dat het voedsel niet goed wordt verteerd).

Wat is het beste merk hondenvoer?
Helaas, het beste voer bestaat niet. Iedere hond is anders en heeft een eigen smaak en spijsvertering, en reageert daardoor ook anders op een bepaald soort of merk voer. De een kan het op dat geweldige merk X heel goed doen, de ander juist heel slecht.

Hoe vaak moet een hond eten?
Vuistregel is: pups tot zes maanden drie tot vier keer per dag, honden vanaf zes maanden twee keer per dag, honden vanaf een jaar één of twee keer per dag. Soms is het verstandig de hond meerdere porties verspreid over de dag te geven bijvoorbeeld honden die erg schrokken of ooit een dusdanig flinke darminfectie hebben gehad dat hun spijsvertering niet meer optimaal werkt.

Mijn hond wil niet eten. Wat nu?
Gebrek aan eetlust kan er op wijzen dat de hond ziek is, maar er zijn ook kerngezonde honden die slecht eten. Ga deze lastige eters - vooropgesteld dat de hond gezond is - niet met de hand voeren. Ze vinden die aandacht prachtig en zullen in het vervolg helemaal niet meer zelfstandig willen eten. Haal de voerbak weg en probeer het de volgende dag opnieuw. Wanhoop niet, een hond kan in het ergste geval wekenlang zonder voedsel. Probeer eens een ander voer. Honden prefereren als algemene regel nat boven droog en lauw boven koel. Daarom worden (blik)vlees en diner vaak beter gegeten.

Hij is te dik, maar hij eet zo graag...
Toch minderen! Overgewicht is ongezond. Om de hond toch een volle bak voor te kunnen zetten, zijn er speciale dieetvoeders met veel brok maar weinig voedingswaarde. Een veelbeproefd huismiddel: ruil een deel van het voer in tegen een blik sperziebonen. Zo krijgt de hond geen dikmakers maar toch vulling binnen.
De laatste restjes...


...bijeengeschraapt in 1999 tijdens de basiscursus honden- en kattenvoeding van het Cursuscentrum Dierverzorging Barneveld:


Docent Marieke Bruijnink: "Meer en beter is de trend. Als tien procent goed is, zal twaalf procent wel beter zijn. Terwijl we zelf vaak de grootste rotzooi eten. Ooit wel eens op de verpakking van tompoucen uit het diepvriesvak* gekeken? Maar oh, wat doen we moeilijk over de maaltijd van onze hond."

Zelf een compleet voer voor je hond maken is volgens docent Frans Cramer goed mogelijk, maar wel vrij ingewikkeld. Zijn recept voor een zelfgemaakt voer dat qua energiebehoefte ongeveer gelijk is aan een fabrieksvoer: 250 gram slachtafval (hart, kopvlees) of 300 gram pens, 120 gram oud bruin brood, rijst, aardappelen of spaghetti, 100 gram volle melk (bij voorkeur karnemelk), 10 gram maisolie, 1 gram levertraan, 15 gram fosforzure kalk, om de dag 1 gekookt ei, 1 vitamine C tablet en enige (bier)gisttabletten.

In de nagebouwde winkel op het terrein mogen de deelnemers aan de cursus verpakkingen van hondenvoeders vergelijken en dat levert opmerkelijke zaken op. Het lightvoer van het dure merk A blijkt bijvoorbeeld veel meer dikmakend vet te bevatten dan het normale onderhoudsvoer van het goedkopere merk B. De percentages vet en eiwit in het adult- en seniorvoer van merk C zijn precies gelijk. Sterker nog: in het seniorvoer zit zelfs nog iets meer energie.

Volgens docent Buijnink is wettelijk bepaald dat de informatie op de grotere zakken hondenvoer uitgebreider moet zijn. Zweden is volgens haar erg streng als het gaat om richtlijnen voor hondenvoer. Als je precies wilt weten wat er in een voer zit, kun je dus het best de Zweedse tekst op de verpakking wezen.

"Kritisch zijn", maant Buijnink haar cursisten. "Jullie moeten je eens aanleren om op etiketten te kijken. Koel en droog bewaren staat er op de zak. Maar wat is eigenlijk koel? En wat is droog?

* in de tompoucen uit het diepvriesvak zitten onder meer ingrediënten als E 400, E 407 (verdikkingsmiddelen), E 471, E 435 (emulgatoren), E 339b (stabilisator), E 500 (rijsmiddel), E 160b, E 101 en E 120 (kleurstoffen). Je zou het je hond waarschijnlijk niet voorzetten.