Door Judith Lissenberg

Het is vaak verbazend wat hondeneigenaren over hun eigen ras weten. Meestal is dat verbazend weinig tot niets. Als reden waarom cursisten voor een bepaald ras hebben gekozen, wordt op het inschrijfformulier voor de puppycursus meestal iets opgemerkt als 'we waren meteen verkocht', 'lekker eigenwijs koppie' of 'mijn broer heeft er ook zo één'. 'Weloverwogen' beginnen ze aan zo'n lekkere eigenwijze Teckel en vinden het vervolgens toch wel erg gek dat Teckelmans de hele tuin opengraaft. Ja, beste cursist, dat doen Teckels nu eenmaal. Het zijn niet voor niets AARDhonden. Ze zijn honderden jaren lang gefokt om te GRAVEN!

Wij instructeurs mogen graag het naadje van de kous willen weten als het om honden gaat, maar de meeste cursisten staan er gewoonweg niet bij stil dat de rassen waarmee ze hun leven delen eeuwenlang gebruiksvoorwerpen zijn geweest. Het is daarom best nuttig om tijdens de les eens iets te vertellen over de verschillende rassen en hun (vroegere) bezigheden. Jagen, waken, hoeden, vechten en gezelschap houden, de belangrijkste klusjes kennen we wel.

Draaispithondje

Maar wie kent nog de Turnspit, vrij vertaald het draaispithondje? De langlijvige, kortbenige vertegenwoordigers van dit ras, dat door de kynologen en natuurkenners van destijds officieel werd beschreven en erkend, waren gespecialiseerd in het draaiende houden van braadspitten, karntonnen en persen. Als hamsters liepen ze in houten molens om er voor te zorgen dat het vele kilo's wegende wildbraad aan het spit aan alle kanten mooi bruin werd. Op zondag gingen de Turnspits mee naar de kerk, waar ze (nou, als dat geen mooi verhaal is voor je cursisten) gebruikt werden als voetenwarmer. *

De grotere honden liepen voor de kar. Voor bakkerskarren, invalidenkarren, karren geladen met melkbussen, turf, klompen of petroleum, de dieren liepen zelfs voor trekschuiten. In de Eerste Wereldoorlog (maar ook tijdens de Vietnam-oorlog zijn er honderden honden ingezet) werden er mitrailleurwagens getrokken door honden, die op commando hadden leren liggen om kogels te ontwijken. Canada beschikte in de negentiende eeuw over een legertje Newfoundlanders, die in de zomer karrenvrachten vis van de meren naar de markt trokken. In de winter werkten deze honden voor de postslee. Ze liepen de route zelfstandig, vaak zonder toezicht van de baas. De trekhond speelde destijds zo'n belangrijke rol, dat hij als ras werd opgenomen in de uit 1904 daterende hondenencyclopedie van Graaf van Bylandt. Compleet met rasstandaard, die vol staat met bewoordingen als kort, krachtig, breed en gespierd.

Straathond van Constantinopel

Hoe belangrijk werkeigenschappen toen waren blijkt uit het feit dat Van Bylandt niet alleen de Trekhond, maar ook de Oorlogshond, Politiehond, Smokkelaarshond en Werkende Herdershond een plaatsje tussen de rassen gaf.  Zelfs de Straathond van Constantinopel wordt genoemd. ,,Voor een straathond een plaats in dit werk in te ruimen is wellicht wat overdreven", besefte Van Bylandt, ,,doch de straathond van Constantinopel is bijna een ras, ten minste een familie, die zulke gewichtige diensten bewijst, waarop geen enkele stad in de geheele wereld kan bogen. Zij reinigen de straten van al het mogelijke vuil, en voorkomen op deze wijze vuile luchten en dientengevolge besmettelijke ziekten. Zijn ambt is dat van straatreiniger." Het signalement van de Straathond van Constantinopel: een grove herdershond met krulstaart, meestal vuil geelbruin of wolfskleurig, soms walgelijk dik, soms broodmager. ,,Hun humeur is niet van het liefste, alhoewel zij geen kind kwaad zullen doen."

Van Bylandt noemt ook nog de Medelan of Russische Beer Hond, een zware, krachtige en gespierde Mastiffachtige en de Kangoeroe Hond of Australische windhond, een uit de kluiten gewassen Greyhound met volgens de standaard ogen die 'bruin, levendig en vernuftig' en tanden die 'wit, flink ontwikkeld en gezond' waren. Deze rassen zijn in de vergetelheid geraakt, niet in de laatste plaats omdat ze werkloos zijn geworden. Het spit draaiende houden, kangoeroes of beren doden, zelfs de straat schoonhouden, het is niet meer nodig op de grens van de 20ste en 21ste eeuw. Nog nooit hebben zo veel honden zo weinig te doen gehad als nu.

Rassenindeling

Het is dan ook zo gek nog niet dat de Amerikaanse psycho- en kynoloog Stanley Coren besloot om in samenwerking met elf hondenexperts een nieuwe rassenindeling te maken, die niet langer gebaseerd is op werkverleden (jachthonden, herdershonden, waak- en verdedigingshonden) maar op gedragseigenschappen, leefstijl en karakter. In zijn boek 'Why We Love The Dogs We Do' (1998) gebruikt Coren de volgende indeling:

1. Vriendelijke honden (houden van mensen, gemiddeld actief, waaronder de Bearded Collie, Border Terrier, Engelse Cocker Spaniel, Golden Retriever en Keeshond)
2. Beschermende honden (bewaken hun territorium, niet al te sociaal naar vreemden, waaronder de Briard, Chesapeake Bay Retriever, Chow Chow, Rottweiler en Weimaraner)
3. Onafhankelijke honden (honden met een eigen wil, vrij actief, waaronder de Airedale Terrier, Greyhound, Dalmaat, Duitse Staande Korthaar en Siberische Husky)
4. Zelfverzekerde honden (meestal kleine hondjes met grote inhoud, dapper en brutaal, waaronder de Cairn Terrier, Jack Russell Terrier, Schipperke, Fox Terrier en Shih Tzu)
5. Standvastige honden (beheerst en gemakkelijk in huis te houden, waaronder de Chihuahua, Teckel, Franse Bulldog, Maltezer en Skye Terrier)
6. Stabiele honden (vrij gemakkelijk handelbare en tolerante honden, waaronder de Berner Sennenhond, Bouvier, Duitse Dog, Newfoundlander en Ierse Wolfshond)
7. Intelligente honden (leren snel, gemakkelijk te trainen, actief, waaronder de Belgische Herders, Border Collie, Duitse Herder, Vlinderhondje en Poedel)

Voor je weet welk ras uit welke groep het best bij je past, moet je eerst als baas je eigen persoonlijkheid kennen. Coren heeft in zijn boek een test opgenomen waarmee je kunt uitrekenen wat voor type je zelf bent: introvert of extrovert, dominant of juist niet zo overheersend, berustend of controlerend, warm of koel.

Trends

Als we kijken naar wat er tegenwoordig op het trainingsveld rondloopt lijken vooral de Labrador (met dank aan het toiletpapier) en de Jack Russell in de mode. Zijn er nog nieuwe trends te verwachten op het gebied van, laten we het even heel voorzichtig zeggen, de stoere rassen? De Engelsen maken zich nogal druk om de American Bulldog, een soort Bulldog van het formaat Boxer. De lezers van het Engelse maandblad Dogs Today konden deze zomer een enquête invullen, waarbij de vraag gesteld werd of de American Bulldog op de lijst van verboden honden zou moeten komen, in Engeland geregeld middels de Dangerous Dog Act.

'The Yanks are coming  again' luidde de titel van het stuk in Dogs Today, verwijzend naar de uit Amerika overgewaaide en inmiddels verboden Pit Bull Terrier en zijn mogelijke opvolger, de American Bulldog. Of het zo'n vaart gaat lopen is afwachten, maar dat het ras populair is mag blijken uit het feit dat de grote Amerikaanse hondentijdschriften vol staan met kleine advertenties over American Bull Dogs, American Pit Bull Terriers en ook Olde English Bulldoges, een soort kopie van de Bull uit vervlogen tijden. De fokkers melden in hun advertenties trots het gewicht en kopomtrek van hun honden, die over genoeg kracht beschikken om een koe tegen de grond te werken. Of de cursist die zich straks met zijn Amerikaanse Bulletje op de training meldt op de hoogte is van die oerkracht, is de vraag.

Eenzijdig

Het is trouwens niet zo heel gek dat eigenaren vaak weinig over hun eigen ras weten. Mensen die naar hondententoonstellingen gaan om zich te oriënteren, stellen vaak heel oppervlakkige vragen. Zijn ze lief? Kun je er lekker mee wandelen? Zijn ze slim? Zowel de fokker van Schotse Collies als de fokker van Jack Russells kan daar met ja op antwoorden. Daarbij komt dan nog dat fokkers en rassengidsen vaak een te eenzijdig beeld van een ras geven, bracht gedragstherapeute Nicky Gootjes eerder dit jaar naar voren tijdens een door de Hondenbescherming georganiseerde studiedag over het verantwoord houden van honden. De Duitse Herder bijvoorbeeld is volgens vrijwel alle gidsen intelligent, waakzaam en trouw.

Dat intelligent betekent dat de hond niet alleen snel goede maar ook slechte dingen oppikt, dat waakzaamheid kan inhouden dat vriendjes van de kinderen niet vrij in en uit kunnen lopen en dat trouw voornamelijk gericht kan zijn op één baas, wordt niet vermeld. En ja, daar zitten dan die Duitse Herderbolletjes in het nest De doorsnee-eigenaar bezwijkt al snel voor de ronde koppies, zachte vachtjes en leuke piepjes. Nicky Gootjes noemt dat het Teletubbie-effect. Pups maken bij mensen een onweerstaanbare verzorgingsdrang los en dat kan leiden tot een ondoordachte aanschaf. Tja, als ze geweten hadden dat er zo veel hond in zo'n klein Jack Russelltje kan passen

Anders

Des te belangrijker is het dat de instructeur zijn cursisten tijdig vertelt wat voor vlees ze in de kuip hebben, en dat elk ras anders is. Different breeds, different needs, zoals de Engelse gedragstherapeute Gwen Bailey dat onlangs op een lezing in Nederland verwoordde. Een Golden Retriever steekt anders in elkaar dan een Chesapeake Bay.  'Whereas the Golden Retriever says ,,Let me think of five ways to please you", the Chessie says ,,Give me five reasons why I should do what you want".', zoals Sharon Pflaumer dat treffend opmerkt in een artikel over de Chesapeake Bay Retriever in het oktobernummer van het Amerikaanse maandblad Dog World.

Different breeds, different needs. Aan instructeurs de taak om de cursist te laten beseffen dat hij geen Teletubbie aan de andere kant van de riem heeft zitten, maar een hond met een arbeidsverleden die nog heel graag wat met zijn karaktereigenschappen wil doen.

Van Turnspit tot Teletubbie
© Dit artikel werd eerder gepubliceerd in het themanummer over rassen (december 1999) van LosVast, het contactblad van de Nederlandse Vereniging van Instructeurs in Hondenopvoeding en -opleiding (O&O)
* De informatie over de Turnspit is afkomstig uit het boek 'The Lost History of the Canine Race. Our 15.000-Year Love Affair With Dogs' van de Amerikaanse antropologe Mary Elizabeth Thurston (© 1996, ISBN 0-8362-0548-0). Naast de Turnspit komen bijvoorbeeld ook Wool Dogs (honden die gehouden werden voor hun vacht) en Tahl Tan Bear Dogs (de beer-opspoorhondjes van de Indianen) aan bod. Voor degenen die meer willen weten over de boeiende relatie tussen mens en hond is deze uitgave een aanrader.