drieleukespelletjes

Zoek je iets om lekker ontspannen met je viervoeter bezig te kunnen zijn?

Hier drie leuke spelletjes die elke hond kan leren!

1. Apporteren

Sommige honden lijken voor het apporteren te zijn geboren. Ze brengen alles wat je weggooit keurig netjes bij je terug. Maar er zijn ook honden die het wel leuk vinden om achter een voorwerp aan te rennen, maar het niet willen terugbrengen. Ze verliezen hun enthousiasme zodra het voorwerp op de grond ligt. Deze honden zijn niet dom, maar juist heel slim. Ze weten dat hun baas de bal uiteindelijk zelf zal komen halen en dan toch weer voor ze weggooit. In feite hebben ze hun eigenaar heel goed afgericht!

Goed apporteren begint niet bij het weggooien, maar bij het leren vasthouden van een voorwerp. Kies daarbij voor een voorwerp dat voor de hond prettig is om mee te werken. In de dierenspeciaalzaak vind je bijvoorbeeld speciale lichtgewicht apporteerblokken in verschillende maten. Zorg er voor dat het te apporteren voorwerp zo interessant wordt voor je hond, dat hij het graag wil hebben en vastpakken. Je kunt dat doen door zelf enthousiast met het apporteerblok rond te lopen en het voor de hondenneus te houden, maar het nog niet aan de hond te geven. Laat je hond zien dat je het apporteerblok zelf reuze interessant vindt en leg het dan weg op een plaats waar de hond niet bij kan.

Vast is braaf!

Is de belangstelling voor het apporteerblok bij je hond gewekt? Dan kun je proberen of hij het blok even wil vastpakken. Dan is hij natuurlijk reuze knap! Als de hond het voorwerp loslaat, stop je met belonen. Vaak reageren mensen heel opgelucht en uitgelaten nadat ze het voorwerp uit de bek hebben gepakt. Maar dan beloon je eigenlijk het verkeerde gedrag: het loslaten in plaats van het vasthouden. Beloon dus alleen op het moment dat de hond het voorwerp daadwerkelijk vasthoudt!

Pakt je hond een voorwerp uit je hand en houdt hij het een aantal seconden goed vast? Dan kun je verder. Leg het apporteerblok naast je voeten op de grond en kijk of hij het wil vastpakken. Leg het blok vervolgens iets verder weg. Pas als de hond alles wat je dichtbij voor hem neerlegt vastpakt en terugbrengt, kun je beginnen met gooien. Brengt hij iets niet of heel slordig terug? Dan is het einde spelletje! Je hond zal zo snel leren dat alleen het terugbrengen en afgeven van het voorwerp op de manier waarop jij dat graag wilt een nieuwe gooibeurt oplevert.

Pas op met stokken!

Ieder jaar weer lopen honden levensgevaarlijke verwondingen aan bek en keel op door het gooien met stokken. In de dierenspeciaalzaak vind je sport- en spelmateriaal waarmee het veel veiliger apporteren is.

2. Zoeken

Honden zijn echte ‘neusdieren’. Hun wereld bestaat voor een heel groot deel uit geuren. Via zijn neus kun je een hond lekker aan het werk zetten. Een zoekspelletje kost minstens zo veel energie als een renspelletje! Je kunt je hond stap voor stap gericht leren zoeken. Kies daarvoor een bepaald voorwerp, bijvoorbeeld een favoriet speeltje. Leg dat neer op een plek waar de hond het goed kan zien, bijvoorbeeld gewoon naast je op de bank. Zeg ‘zoek speeltje’ en laat de hond het speeltje oppakken en terugbrengen. Ook al lijkt dit heel simpel, beloon hem hiervoor uitbundig.

Nu maken we het spelletje heel langzaam iets moeilijker. Leg het speeltje niet op de bank, maar er naast op de grond. Gaat dat goed? Leg het speeltje dan een klein stukje onder de bank, zodat het nog voor de helft zichtbaar is, of steek het iets tussen de kussens van de bank. Je kunt het speeltje, eerst nog gedeeltelijk zichtbaar, ook onder een handdoek op de grond leggen. De hond mag gewoon zien waar je het speeltje verstopt. Dat geeft hem vertrouwen. Zoeken baas? Dat is een makkie!

Als dit allemaal goed gaat, kun je de hond tijdens het verstoppen van het speeltje even buiten de kamer zetten. Nu zal hij echt zijn neus moeten gebruiken om het voorwerp terug te vinden. In plaats van naar een speeltje kun je hem ook naar allerlei andere voorwerpen leren zoeken. Stel je bijvoorbeeld eens voor hoe handig de opdracht ‘zoek sleutels’ kan zijn als je altijd je sleutelbos kwijt bent! Houd er wel rekening mee dat sleutels voor een hond wat vorm en (metaal)smaak betreft erg moeilijk zijn om te apporteren. Als je hond het moeilijk of vies vindt om de sleutels in zijn bek te houden, kun je een sleutelhanger aan de bos hangen die voor de hond wel goed op te pakken is.

Speuren met dakjes

Je kunt bij het zoeken gebruikmaken van dakjes. Vouw daarvoor een paar stukken karton van A4 formaat dubbel en zet ze als een dakje neer op de grond. Zet de dakjes op een rij en leg onder één ervan een speeltje of snoepje. Loop samen met de hond naar de dakjes toe en laat hem zoeken onder welk dakje zijn beloning ligt.

3. Komen

Veel honden vinden het helemaal niet leuk om te komen als ze worden geroepen. Zeker niet als de baas boos staat te roepen, terwijl ze nog net zo lekker in hun geurenwereld aan het snuffelen zijn. Hoort komen dan eigenlijk wel tussen de spelletjes thuis? Jazeker. Van hierkomen kun je namelijk een heel leuk kunstje maken! Begin om het hierkomen apart te trainen: niet tijdens het eind van de wandeling, maar als losse oefening. Ga met twee personen niet meer dan een paar meter uit elkaar staan, zorg dat je allebei een bakje met iets lekkers hebt en roep om beurten de hond. Zodra hij komt, levert dat een lekkere beloning op. Hou het ‘overroepspel’ kort, het moet voor de hond leuk en spannend blijven.

Je kunt de afstand waarover je de hond om beurten roept langzaam opvoeren. Uiteindelijk kan de een de hond vasthouden, terwijl de ander een stuk wegrent en vervolgens de hond roept. Zo wordt komen een leuk actiespel! De beloning voor het komen moet echt heel lekker zijn. In de dierenspeciaalzaak vind je speciale worst die de meeste honden niet kunnen weerstaan. Komt je hond echt supersnel? Dan verdient hij een speciale beloning! Laat hem als verrassing eens het halve bakje worst leegeten. Wedden dat hij de volgende keer weer komt als een speer?